Al tientallen jaren verwelkomen de kinderen in Sint-Juliaan deze goedheiligman door op de laatste schooldag vóór 11 november ’s avonds mee te stappen in de Sint-Maartensstoet.

Uit het ‘Parochieblad’ Sint-Juliaan van 4 november 1956…


Eerst wandelen ze de Sint-Juliaanstraat in, vol verwachting dat de Sint ook dit jaar het dorp niet links laat liggen.  Onderweg worden héél wat échte Sint-Maartensliederen gezongen.  Eens de ontmoeting met de Sint een feit is, keert iedereen terug naar het kerkplein waar bij aankomst het Sint-Maartensvuur wordt ontstoken. Daarna volgt meestal nog een persoonlijke audiëntie met de Sint.

Vroeger droeg ieder kind een zelfgemaakte bietenlantaarn. Vandaag merk je er nog enkele, maar deze mooie traditie dreigt jammergenoeg uit te doven. Dus is het hoog tijd om dit vuurtje terug aan te wakkeren!  Zo geven we immaterieel erfgoed immers toekomst!

Uit het ‘Parochieblad’ Sint-Juliaan van 6 november 1955…


Op woensdagnamiddag 6 november maakten een dertigtal kinderen hun biet.
Foto’s van deze activiteit vind je onderaan dit babbeltje.
Voor foto’s over het bezoek van de Sint kun je terecht op de website van de fotoclub: Sint-Maarten op bezoek in Sint-Juliaan


Hoe maak je een echte bietenlantaarn?

Benodigdheden:

  • Een niet te grote voederbiet (hoe groter, hoe zwaarder om dragen).
    Verwar voederbieten niet met suikerbieten. Suikerbieten hebben een witte kleur, zijn kleiner en worden gebruikt om suiker van te maken, voederbieten hebben een rode of oranje kleur en worden gebruikt als voeding voor het vee.
    Meestal bekom je een voederbiet door dit vriendelijk aan een landbouwer te vragen, ga er zeker niet zelf een van het veld halen!
  • Vroeger gebruikten we een stompje kaars voor de verlichting. Nu hebben we een goed alternatief met de kleine ledlichtjes die her en der te koop zijn.
    Ledlichtjes zijn iets milieuvriendelijker en zeker ook gemakkelijker in het gebruik, maar misschien iets minder immaterieel erfgoed 😊.
  • Een stukje draagtouw van ongeveer 70 cm lang.
    Het touw mag niet te dik zijn, maar ook niet te dun, want dan snijdt het teveel in de handen tijdens het dragen.
    Eventueel kun je ook nog een ‘handvatje’ maken met een stukje dunne buis van ongeveer 10 cm lang.
  • Werkmateriaal:
    • Een oud stevig mes
    • Een oude stevige soeplepel
    • Onder leiding van een volwassene (!): een broodmes en een aardappelmesje
    • Een appelboor
    • Eventueel: een boormachine met vlinderboor

Werkwijze:

  • Zorg vooraf dat het bietenloof afgesneden is en dat er nog zo weinig mogelijk aarde aan de biet hangt.
  • Vraag aan een volwassene (!) om met een broodmes ‘de kop van de biet’ af te snijden.
    Hou die kop wel goed bij, die heb je straks nodig als deksel voor op de bietenlantaarn.
  • Nu volgt het lastigste werk: begin met het uithollen van de binnenkant van de biet!
    Dat kan met een oud mes of oude lepel of een appelboor, eventueel kan een volwassene wat helpen door met een broodmes grote stukken los te wrikken.
    Een boormachine met vlindermes (uitsluitend volwassene!) werkt ook uitstekend, maar dan ga je wat voorbij aan de ‘ambachtelijke manier’ van werken.  Is meer voor seriewerk (b.v. oma’s die bietenlantaarns maken voor al hun kleinkinderen).
    Probeer er op te letten om niet door de wand van je biet te schieten.
    Probeer die wand ook voldoende dun te maken (1,5 cm), dan zul je in het donker het licht beter zien schijnen door de biet.
    Een dunnere wand zorgt er ook voor dat je biet niet teveel weegt.
  • Kies de mooiste kant van de biet, hier kun je een gezicht op ‘tekenen’ of andere figuren.
    Voor dit tekenen kun je, als je heel voorzichtig bent, met een aardappelmesje het rode of oranje velletje van de biet afpellen om zo de ogen, neus, mond, oren, … te laten verschijnen.
    Aan de achterkant kun je haren, of andere figuurtjes, tevoorschijn toveren of gewoon een tweede gezicht kan natuurlijk ook!
  • Als de biet uitgehold is, moeten we zorgen dat we het draagtouw kunnen aanbrengen.
    • Hiervoor maak je met de appelboor langs weerzijden van de biet een rond gaatje op zo’n 3 cm van de bovenrand.
    • Neem je touw, steek het door beide gaatjes, en maak er dan een knoop in om zo een gesloten lus te maken.
      Probeer uit waar je best de knoop maakt om aan een passende draaglengte te komen.
  • Nu moeten we het deksel op de juiste manier aanbrengen:
    • Kijk hoe het deksel past bovenop de bietenlantaarn.
    • Ga na waar de twee touwgaatjes zijn aan de zijkanten van de biet en maak dan aan de zijkanten van het deksel met de appelboor een inkeping aan de zijkanten van het deksel boven de gaatjes van de biet.
    • Nu kun je het draagtouw vastnemen boven het uitgeholde gedeelte en dit omhoog trekken.
    • Als je nu het deksel op de lantaarn legt met door de inkepingen het draagtouw, dan ligt je deksel meteen goed!
  • Steek het ledlampje aan, leg het in de lantaarn en bewonder je werk op een donkere plaats!
  • Wie het op de echt ouderwetse manier met een stompje kaars wil doen:
    • Onderaan in je lantaarn kun je met de appelboor een putje maken om het kaarsstompje vast te zetten.
    • In het deksel moet je dan een schouwgaatje maken zodat de kaars zuurstof krijgt om te blijven branden.
    • Het draagtouw moet dan zeker iets langer zijn, anders kun je je kneukels verbranden door de warmte die uit het schouwgaatje komt…
    • Om het uitwaaien van de kaars te voorkomen, moet je er voor zorgen dat de tekening van het gezicht niet door het bietenvlees gaan.

Dierenvoer:

  • Het uitgeholde materiaal dat vrijkwam tijdens het maken van de biet, kan als dierenvoer gebruikt worden.  De landbouwer waar je een biet haalde, kan hiervoor vast tips geven.
    Als de bietenlantaarn niet meer gebruikt wordt, kan die ook als dierenvoer gebruikt worden als alle ‘vreemde materialen’ (het draagtouw, het lichtje) zorgvuldig (!) verwijderd worden.
    Als de lantaarn met een kaars verlicht werd, kun je die niet meer als dierenvoer gebruiken.