Ik denk dat de meeste inwoners van Sint-Juliaan het Kitchener’s Wood-monumentje in de Wijngaardstraat wel kennen.
In verband met dat monumentje bestaat er een Facebook-groep.
Op die groep schreef ik enkele jaren geleden (22 april 2020, 105de verjaardag van de eerste gasaanval in de geschiedenis) een tekstje over het ontstaan van dit bijzondere gedenkteken.

Zie hieronder.
In de toekomst komt er nog wel uitgebreidere info hierover in het onderdeel ‘Geschiedenis’.

“Eind de jaren 1980 schreef de Canadese Captain Jack Patten van het Canadian-Scottish Regiment een brief naar de Commonwealth War Graves Commission in Ieper met de vraag of er nog iets overbleef van het Kitchener’s Wood in Sint-Juliaan. Bij de CWGC hadden ze daar nog nooit over gehoord. Daar namen ze een nieuwe envelop, kleefden er een postzegel op en stuurden ze de brief door naar het gemeentehuis van Langemark-Poelkapelle. Ook daar hadden ze nog nooit gehoord over dat bos. Ze namen er een nieuwe envelop, kleefden er een postzegel op en stuurden de brief door naar de schoolmeester in Sint-Juliaan. Het leven was toen nog simpel 😉
 
De schoolmeester wist dat er ooit een bosje was geweest in Sint-Juliaan en dat dat een rol had gespeeld in ‘den oorlog’, maar dat was het dan ook zowat. Hij nam een envelop, kleefde er wat postzegels op en stuurde een antwoordbrief naar Jack Patten in Canada…
 
Enkele maanden later, rond 22 april 1990, arriveerde er in Sint-Juliaan een bus met Canadese oudstrijders (WOII) van het Canadian Scottish Regiment. Zij kwamen er ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de gasaanval op bezoek naar de plaats waar hun schouderembleem met een eikel op een eikenblad naar verwees. Naast de kerk van Sint-Juliaan plantten ze een eik, samen met de leerlingen van de Vrije Basisschool Sint-Juliaan en met Belgische WOII-veteranen. Achteraf was er een receptie in het gemeentehuis in Langemark en tweeënhalf uur na hun aankomst in Sint-Juliaan waren ze weer vertrokken. Bij hun vertrek duwde de schoolmeester nog snel een grote envelop met tekeningen van zijn leerlingen in de handen van Captain Jack Patten en vroeg hem om een Canadese school te zoeken die wou corresponderen. Jack voelde dat de Canadezen welkom waren in Sint-Juliaan. Dat was het prille begin van een lang en mooi verhaal…
 
Een jaar later stond Jack Patten daar terug, deze keer met een klein groepje Canadezen. Nog een jaar later stond hij daar opnieuw, weer met een groepje Canadezen. Een tijd later opnieuw. En weer met dezelfde opmerking: “We zouden hier een herinneringsplaatje moeten hebben.”
“OK,” beloofde de schoolmeester, “we organiseren dat.”
 
De schoolmeester trok zijn stoute schoenen aan en stapte naar de lokale beeldhouwer Jef Dekeyser. Hij vertelde hem het verhaal van Kitchener’s Wood, over de gaswolk, over het bos en over het schouderembleem dat Canadese soldaten nog steeds dragen met een eikel op een eikenblad. En dat die Canadese soldaten graag iets zouden hebben dat verwees naar die gevechten. En of de beeldhouwer daar iets kon aan doen? En dat het eigenlijk niets mocht kosten, want er was geen geld…
“OK!”, zei Jef en hij begon meteen ontwerpschetsen te maken.
 
De schoolmeester trok opnieuw zijn stoute schoenen aan en stapte naar Ignace Bentein en zijn vrouw. Die woonden ongeveer op de plaats waar vroeger het Kitchener’s Wood was.
Hij vertelde hen het verhaal van Kitchener’s Wood, over de gaswolk, over het vroegere bos waar ze woonden en over het schouderembleem dat Canadese soldaten nog steeds dragen met een eikel op een eikenblad. En dat die Canadese soldaten graag iets zouden hebben dat verwees naar die gevechten. En dat beeldhouwer Jef Dekeyser bereid was om iets te maken, maar dat we geen plaatsje hadden om dat de plaatsen en of ‘de Benteins’ daar iets konden aan doen? En dat het eigenlijk niets mocht kosten, want er was geen geld…
“OK!”, zeiden Francine en Ignace, “we hebben nog een hoekje in onze tuin over.” “Ik heb ook nog wat stenen liggen die misschien bruikbaar zijn” vulde Ignace aan.
 
Op 22 maart 1997 was Jack daar opnieuw, deze keer met een hele buslading cadetten van het Canadian Scottish Regiment. Ze hielden een mars van Mouse Trap Farm naar Kitchener’s Wood om daar een ‘herdenkingsbordje’ te onthullen. Wist Jack veel hoe dat ‘bordje’ er uit zou zien…
Bij ‘de Benteins’ stonden misschien wel enkele honderden mensen de Canadezen op te wachten. Er werd gespeeched, de kinderen van de Vrije Basisschool Sint-Juliaan zongen er enkele liederen en speelden wat muziek. En de schoolmeester zal nooit het gezicht van Captain Jack Patten van het Canadian Scottish Regiment vergeten toen twee van zijn leerlingen de Canadese vlag weghaalden van het monumentje en hij wist dat hij een vriend voor het leven had…”